De 85-jarige Jan Terlouw stal onze harten. We moeten veel meer oog hebben voor het belang van toekomstige generaties, zei hij. Daarin zit de verbinding, of we nu jong zijn of oud, links of rechts, populist of modernist. Ik moest denken aan de jongeren op het Maidan plein in 2013. Zij wilden een beter Oekraine en minder corruptie. In plaats daarvan kregen zij kogels van het regime en later, van ons, het Oekraine referendum. Een snel groeiende groep jongeren in Amerika wilde de 75-jarige Bernie Sanders. Zij kregen Trump: not their president. Wat zou er in de hoofden van deze jongeren omgaan, denk ik vaak. Hoe verlaten en verraden kun je je voelen? En hoe zit dat met jongeren in Nederland? Welk perspectief is er voor laag opgeleide jongeren zonder rijke ouders in ons bedrijvige én ‘bedreigde’ landje?

Misschien moeten we eens wat meer te rade gaan bij de oudste generaties, mensen zoals Terlouw en Sanders. De oudsten onder ons, de ‘bejaarden’ die we al hadden afgeschreven als niet meer productief – dus niet meer van betekenis. Wat kunnen zij ons vertellen over ‘oude’ waarden als solidariteit, gelijkheid en broederschap (en de verleidingen om het daar soms minder nauw mee te nemen)? Misschien moeten we ons oor te luisteren leggen bij de jongeren zelf, die we hebben opgescheept met de morele leegte van drie decennia neoliberalisme: vecht je maar lekker in in de markt en het komt goed met je. Wat kunnen wij, de middengeneraties, de machthebbers, de elite, leren van de komende én de gaande generaties? Kunnen wij nog enige betekenis toevoegen aan hun verhaal, of is het voor ons te laat?